Foto Nanda van de Peut

“Op de woensdagochtenden en avonden ben je in het textiel/schilderatelier te vinden. Of alleen of met Sarianne van Oosterum. Ik heb de indruk dat jouw cursussen goed lopen. In de nieuwe brochure 2016-2017 zie ik een gevarieerd aanbod van jou in textiele werkvormen. En je doet nog veel meer, wat doe je nog meer voor werk? “
“Ja, de cursussen lopen goed. Naast tweeënhalve dag vast werk in de thuiszorg waarbij ik voor een vaste groep mensen werk en voorzitter ben van de ondernemingsraad, ben ik helemaal op m’n plek in het lesgeven aan mijn cursisten in de verschillende textiele werkvormen.”

“Wat is jouw achtergrond? Wat doe je verder zoal in je leven, wat heeft jouw belangstelling, wat zijn jouw hobby’s, hoe is het in jouw familie?”
“Ik was in mijn jeugd veel te vinden bij een buurvrouw die mij stimuleerde om te handwerken. Tekenen werd van huis uit niet zo gestimuleerd, maar ik begon met een NTI cursus tekenen en kleurenleer. Later heb ik botanisch tekenen gedaan bij Trudy Beekman in Amersfoort. Ik kan erg genieten van het exact kijken en tekenen van bloemen en planten. Ik houd van kruiden en het maken van geurige olie. Mijn kinderen zijn allemaal creatief in studies en werk, en mijn zus in Frankrijk is helemaal ‘los gegaan’ in het schilderen. Thuis hebben we in onze ‘kinderboerderij’. Jonge poesjes, daar kan ik zo van genieten. We hebben geiten, ganzen, kippen, een hamster een heel lief konijn, en er moet nog een duif bij komen.”

“Waarom een duif?”
“Het koeren van de duif herinnert mij aan koele schaduwrijke plaatsen op warme zomermiddagen.”

“Wat prachtig poëtisch. Hoe kwam jij als docent in contact met stichting Kunst en Cultuur? Dat is toch al weer een hele tijd geleden.”
“Ik gaf al sinds m’n 23e les ‘aan de keukentafel’. Het was aan de tijd om mij zelf met al mijn opleidingen tot lerares coupeuse waarvan ik de laatste, modeadviseur/ textielwarenkennis bij de Detex, vorig jaar heb afgerond, serieus te gaan nemen. Ik schreef me in bij de Kamer van Koophandel als naaidocent en ging dus binnen Kunst en Cultuur, die een schilder- en textielatelier beheert, cursussen geven.”

“Ja, ik kan me uit die begintijd nog herinneren hoeveel ideeën je voor cursussen had en het liefst alle dagdelen les wilde geven. Je moest jezelf beperken, langzaam opbouwen en cursisten de weg naar jouw cursussen laten vinden. Dat is in de loop van de afgelopen jaren wel gebeurd. Met het geluk dat textiele werkvormen weer zo in de belangstelling staan.”
“Ja en het werken in dit atelier is fantastisch. Zo ‘n prachtige ruimte met prettig licht.”

“Is het mogelijk financieel uit het lesgeven een bestaan op te bouwen?”
“Dat zou moeten kunnen, want als professionele docent kunnen je je een te laag cursusbedrag eigenlijk niet permitteren, dat ben ik met je eens. Ook voor toekomstige docenten niet, maar het is lastig het bedrag te verhogen van het handwerkatelier, het blijft zo wel deels vrijwilligerswerk, Vreugde in het lesgeven vergoedt hierin ook veel.”

“Ja, maar daar kun je niet van leven, en zolang werk en inkomen gekoppeld zijn moeten we daar toch wat zakelijk mee omgaan.in het belang van de continuïteit van Kunst en Cultuur” “Hoe zie jij je zelf binnen het samenwerkingsverband Kunst en Cultuur in het Cultuurhuis? Hoe liggen jouw contacten?”
“In de eerste plaats werk ik nauw samen in de cursussen en het Open Handwerkatelier met Sarianne van Oosterum, mijn buurvrouw, die ook een vakopleiding textiel heeft. En dan heb ik zelf in de loop der jaren verschillende schilderlessen en workshops bij José van Zuijlen gevolgd. Mijn eerste cliënte in de thuiszorg stimuleerde mij daartoe. Verder heb ik met Ellen van Beeck, de ruimtecoördinator fijn contact en dat loopt goed. Ik zou best wel meer willen doen, maar ik heb nu enige balans in m’n leven.”

“Wat is goed en wat zou je verbeterd willen zien.”
“Mijn zorg is dat er toch nog veel dagdelen ruimte beschikbaar is. Er kunnen nog veel meer cursussen gegeven worden, maar daarvoor is nog meer bekendheid met het bestaan van het Cultuurhuis voor de gehele gemeenschap in het dorp nodig. Het is verheugend dat kunst en cultuur overal in het dorp in opmars is, het zou wat mij betreft fijn zijn als dit in het centrale gebouw het Cultuurhuis zou plaatsvinden, dan hebben we nog meer keuze.”

“Dank je wel Nanda voor jouw bijdrage aan de ontwikkeling van Kunst en Cultuur in het Cultuurhuis.”